Arbeidsuitbuiting
Casus
Maria, een 21-jarige vrouw, wordt naar Nederland gehaald om als au-pair te werken in een gezin. Eenmaal in Nederland aangekomen, blijkt er geen gezin te zijn. Zij moet werken in een wasserette.
Gedwongen arbeid
Maria maakt lange dagen en moet ook doorwerken als zij ziek is. Ze verblijft samen met andere werknemers in een woning, maar heeft daar geen eigen ruimte. Sinds haar aankomst bewaart haar werkgever haar paspoort en bankpas. Maria krijgt net genoeg geld om iedere dag eten te kopen. Zij durft niet te stoppen met werken, omdat zij niemand kent en haar werkgever erg agressief is. De Nederlandse Arbeidsinspectie ontvangt tips en start een onderzoek naar de werkzaamheden in de wasserette. Maria wordt bij de wasserette aangetroffen door de inspectie, waar zij net een paar weken werkt.
“Ik kende niemand in Nederland en wist niet wie ik om hulp kon vragen”
De beslissing De politie vertelt Maria over het Schadefonds. Hoewel zij geen Nederlandse nationaliteit heeft, kan zij toch een aanvraag indienen. De gedwongen arbeid vond namelijk plaats in Nederland. De aanvraag is toegewezen. Maria krijgt een tegemoetkoming van € 2.500 (letselcategorie 2).
De onderbouwing Van de Nederlandse Arbeidsinspectie kreeg het Schadefonds informatie over de omstandigheden waaronder Maria naar Nederland kwam en in Nederland verbleef. Ze had inmiddels ook een verklaring afgelegd bij de politie, die door het Schadefonds is opgevraagd. Dit is voldoende objectieve informatie om de aanvraag toe te wijzen.
Wat als Maria geen verklaring had afgelegd? De informatie van de Nederlandse Arbeidsinspectie biedt genoeg objectieve informatie om de aanvraag toe te wijzen. Met deze informatie kan worden beoordeeld dat er sprake was van een situatie zoals bedoeld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Hoewel de casus fictief is, zijn de situaties zo veel mogelijk gebaseerd op de realiteit.
Erkenning geeft kracht. Samen betrokken.
© Copyright 2021 Schadefonds Geweldsmisdrijven