Stand van de uitvoering
In deze stand van de uitvoering gaan wij in op dilemma's die wij ervaren in de uitvoering. We focussen op onze dienstverlening aan de aanvrager, waarbij we oog hebben voor maatwerk. We geven aan wat wij hier zelf aan kunnen doen en wat wij nodig hebben van anderen. We gaan in op een nieuw dilemma en geven aan hoe het nu is met de eerder gesignaleerde hardvochtigheden.
Dilemma's
Wet seksuele misdrijven
Zoals het er nu naar uitziet treedt de Wet seksuele misdrijven per 1 juli 2024 in werking. Het is nog onduidelijk wat voor effect deze wet op het Schadefonds heeft als het gaat om de aantallen aanvragen. Als het aantal aanvragen bij het Schadefonds flink gaat stijgen, heeft dat effect op de doorlooptijden. Slachtoffers moeten dan langer wachten totdat zij een beslissing van ons krijgen. De wet ziet alleen toe op misdrijven die na 1 juli 2024 plaatsvinden.
Wat doen wij?
Implementatieplan We bereiden ons voor met een goed implementatieplan, inclusief aanpassingen in de werkprocessen. Daardoor staan we klaar om aanvragen in behandeling te nemen.
Impactanalyse We hebben een extern bureau gevraagd een eerste inschatting van impact te maken op basis van de beschikbare gegevens bij ons en bij ketenpartners. Dit is lastig omdat het gaat om nieuwe delicten die tot nu toe niet omschreven waren, zoals schuldaanrandingen en schuldverkrachtingen.
Wat hebben we nodig van anderen?
Kennisdeling Kennis uitwisselen met andere organisaties zoals Slachtofferhulp Nederland en Centrum Seksueel Geweld die ook te maken hebben met de effecten van deze wet.
Verkenning omgaan met (te) hoge instroom Met het ministerie van Justitie en Veiligheid kijken we al naar mogelijke scenario's en maatregelen hoe we ermee omgaan als de instroom zo hoog wordt dat het niet meer uitvoerbaar is.
Hardvochtigheden in de uitvoering
Kring der gerechtigden
Er zijn verschillen in wie waar een schadevergoeding kan vragen. Broers en zussen komen in geval van overlijden of ernstig blijvend letsel van een slachtoffer, als gevolg van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf of dood door schuld in aanmerking voor een tegemoetkoming bij het Schadefonds. Zij hebben geen recht op schadevergoeding volgens de Wet Affectieschade. In de Wet Affectieschade hebben naasten en nabestaanden, indien sprake is van een duurzame zorgrelatie in gezinsverband, recht op schadevergoeding. Hieronder vallen ook stief- en pleegrelaties. Echter stiefouders komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming van het Schadefonds.
Wat doen wij?
Hardheidsclausule in artikel 8 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg) Door toepassing van de hardheidsclausule in artikel 8 van de Wsg, kunnen we in uitzonderlijke gevallen toch een uitkering geven aan naasten en nabestaanden in een stiefrelatie. Deze oplossing is alleen niet geschikt voor alle gevallen.
Wat hebben we nodig van anderen?
Gelijktrekken Wsg en Wet Affectieschade We hebben eerder aangegeven dat we aan willen sluiten bij de kring der gerechtigden zoals weergegeven in de Wet Affectieschade voor wat betreft stiefrelaties. Daarnaast is het wenselijk dat broers en zussen opgenomen worden in de Wet Affectieschade. Op deze manier kunnen wij tegemoet blijven komen aan broers en zussen, maar ook recht doen aan het feit dat er steeds meer samengestelde gezinnen in Nederland zijn. Op 14 september 2023 vond een rondetafelgesprek met deskundigen en nabestaanden plaats in de Tweede Kamer. Wij namen hieraan deel en zijn benieuwd naar het vervolg. Op 13 februari 2024 nam de Tweede Kamer een motie aan van Ulysse Ellian van de VVD om op korte termijn ook broers en zussen recht te geven op vergoeding van affectieschade. In 2024 vindt een evaluatie plaats van de Wet Affectieschade, dan wordt ook gekeken naar aanspraakgerechtigden.
Nederlandse slachtoffers in het buitenland
Het Schadefonds Geweldsmisdrijven kan alleen een financiële tegemoetkoming uitkeren aan een slachtoffer, nabestaande of naaste als het geweldsmisdrijf op Nederlands grondgebied plaatsvond. De commissie-Donner adviseerde in 2021 om hier anders mee om te gaan. Zij geeft aan dat een tegemoetkoming door het Schadefonds gebaseerd is op solidariteit, erkenning en het weer op weg te helpen van slachtoffers van (opzettelijk gepleegde) geweldsmisdrijven. Daarom vindt de commissie het vooral belangrijk dat het slachtoffer in Nederland woont en werkt en niet zozeer waar het geweldsmisdrijf heeft plaatsgevonden. Wij zijn het hiermee eens. Ervaring leert dat de internationale aanvragen die wij begeleiden zelden tot een uitkering leiden.
Wat doen wij?
Schadefondsen in de EU Het Schadefonds heeft een actieve rol in de samenwerking en kennisdeling met de Schadefondsen in de EU.
In gesprek met het ministerie van Justitie en Veiligheid Op verzoek van het ministerie hebben we achtergrondinformatie aangeleverd over het hoe en waarom van een proeftuin 'slachtoffer in het buitenland'.
Wat hebben we nodig van anderen?
Opstellen juridische grondslag voor proeftuin 'slachtoffer in het buitenland' Wij starten graag een proeftuin met België en Duitsland om ervaring op te doen met slachtoffers die in deze landen een geweldsmisdrijf is overkomen. De demissionaire minister voor Rechtsbescherming heeft hier positief op gereageerd in de beleidsreactie op het rapport Adviescollege onderzoek stelsel schadevergoeding voor slachtoffers van strafbare feiten (2 juni 2023). Hij stelde wel als voorwaarde dat er duidelijkheid moet zijn over de juridische grondslag. We wachten op de uitkomst van deze discussie.
Op termijn aanpassen regelgeving Als de proeftuin positief resultaat oplevert, dan is aanpassing van de Wet schadefonds geweldmisdrijven noodzakelijk. Nu staat namelijk expliciet genoemd dat het misdrijf op Nederlands grondgebied moet hebben plaatsgevonden.
Digitalisering gegevensuitwisseling tussen ketenpartners
Voor de beoordeling van de aannemelijkheid van het verhaal van de aanvrager dienen de aanleiding, toedracht en omstandigheden van wat is gebeurd met objectieve informatie te worden onderbouwd. Deze informatie wordt gedeeltelijk aangeleverd door de aanvrager, bijvoorbeeld door het meesturen van een aangifte. Regelmatig vragen we informatie op bij onder andere politie en het Openbaar Ministerie (OM). Bijvoorbeeld meldingen die zijn gedaan bij de politie of processen verbaal van getuigen of bevindingen. In 2023 hebben we ook gewerkt aan het vraagstuk van de juiste juridische grondslag voor uitwisselen van gegevens, maar er is beperkte vooruitgang geboekt. We beseffen dat dit langdurige processen zijn.
Wat doen wij?
Convenanten met politie en OM Wij vinden het belangrijk dat de aanvragers op tijd een zorgvuldig afgewogen beslissing van ons krijgen. Daarbij zijn we voor een groot deel afhankelijk van de gegevens bij de politie en het OM. Denk hierbij aan informatie uit het politieonderzoek. We hebben soms een volledig proces-verbaal nodig, een (tegen)aangifte, verslag van een informatie gesprek of eerder gedane meldingen. We hebben samenwerkingsafspraken met de politie en het OM om de uitwisseling van informatie te bevorderen. We geven ook voorlichting aan medewerkers van de politie en het OM over het Schadefonds en het belang van deze informatie-uitwisseling.
Wat hebben we nodig van anderen?
Privacybescherming We willen aandacht vragen voor het dilemma tussen integrale dienstverlening en privacybescherming. De wens om vanuit verschillende organisaties integrale dienstverlening te bieden aan slachtoffers, komt niet altijd overeen met de privacy vereisten die gegevensuitwisseling tussen organisaties beperken.
Gedeelde prioriteit digitalisering Het opvragen van dossierstukken doen we via beveiligd e-mailverkeer of door te bellen naar het Slachtofferloket politie of Informatiepunt Slachtoffers OM. Het digitaliseren van de uitwisseling van gegevens zou veel werk schelen voor alle betrokken partijen. We blijven hierover in contact met politie en OM.
Erkenning geeft kracht. Samen betrokken.
© Copyright 2024 Schadefonds Geweldsmisdrijven