Stalking

Casus

Noor leert een man kennen tijdens een feestje. Hij maakte diepe indruk op haar. Na het feest wisselen ze nummers uit. De dag erna appt hij Noor dat hij haar leuk vindt en met haar wil afspreken. Hoewel Noor hem echt bijzonder vindt, gaat haar dat veel te snel. Ze wil de tijd nemen, eerst samen met anderen erbij iets gezelligs gaan doen. Als Noor weigert hem te zien, reageert hij boos.

Maandenlange bedreigingen Vanaf dat moment begint de ellende. Hij begint haar de hele dag door te bellen en te appen. Hij wacht haar steeds vaker op bij haar huis en bij haar werk. Telkens heeft hij hetzelfde verhaal: Noor is zijn grote liefde, als hij maar de kans krijgt om dat te bewijzen. Na een paar weken begint hij Noor regelmatig te bedreigen met geweld. Hij zal haar afmaken, neersteken, schoppen en slaan als ze niet aan hem toegeeft. Hij is verbaal zo sterk dat ze er doodsbang van wordt. Dit gaat maanden door. Noor maakt telkens een melding bij de politie wanneer hij haar bedreigt. Er wordt een stopgesprek gevoerd met de man, maar het houdt niet op. Nadat hij haar een jaar continu heeft lastiggevallen, doet Noor aangifte. Tijdens zijn verhoor verklaart de man dat Noor hem zelf opzoekt en dat hij door haar wordt lastiggevallen. Hij wil aangifte doen tegen Noor.

‘Wat deze man mij allemaal geappt heeft, heeft me nachtmerries bezorgd’

Onze beslissing De aanvraag van Noor wordt toegewezen: ze ontvangt een tegemoetkoming van € 2.500 (letselcategorie 2). Ze krijgt dit bedrag op basis van het vooronderstellen van ernstig psychisch letsel bij stalking, waarbij over een langere periode sprake is van frequent fysiek geweld of bedreigingen met geweld.

Onze onderbouwing Uit de verschillende meldingen die Noor doet, blijkt dat de man haar berichten stuurt waarin hij bedreigende woorden uit. Ook blijkt uit de berichten van Noor dat ze niks met hem te maken wil hebben. Ze reageert nauwelijks op zijn appjes. Alleen op de momenten dat hij haar bedreigt, geeft ze aan dat hij hiermee moet ophouden. Uit het verslag van het stopgesprek (dat is opgenomen in een proces-verbaal) blijkt dat de man aangeeft dat hij Noor meerdere malen opzoekt om met haar te praten. Hij verklaart een keer verbaal agressief te zijn geweest omdat hij zich niet gehoord voelde. Wij hebben nagevraagd of er een tegenaangifte is gedaan. Ook belden wij met de betrokken verbalisant die zich bezighoudt met het politieonderzoek. Uit het politiesysteem blijkt dat er geen tegenaangifte is gedaan. Van de betrokken verbalisant horen we dat de man geen bewijsmateriaal kan aandragen waaruit blijkt dat Noor hem lastigvalt. De zaak wordt binnenkort ter beoordeling voorgelegd aan de officier van justitie.

Waarom is extra informatie belangrijk bij een aanvraag? Twee partijen leggen over één situatie verschillende verklaringen af. Bovendien wordt er gesproken over het doen van een tegenaangifte. Daarom moeten we de omstandigheden van het misdrijf duidelijk krijgen op basis van andere, meer objectieve informatie. Het is dan heel belangrijk dat wij alle benodigde stukken van de politie ontvangen. Zelfs meldingen en mutaties kunnen van belang zijn. Ook nemen we, als we dat nodig vinden, contact op met de betrokken verbalisanten om onduidelijkheden te bespreken. Alleen zo kunnen wij vaststellen welke verklaring we aannemelijk achten. Deze extra informatie kan van doorslaggevend belang zijn bij de beoordeling van een aanvraag.

Hoewel de casus fictief is, zijn de situaties zo veel mogelijk gebaseerd op de realiteit.

Erkenning geeft kracht. Samen betrokken.

© Copyright 2022 Schadefonds Geweldsmisdrijven