Rechtstreekse bedreiging tijdens een overval

Casus

Rechtstreekse bedreiging tijdens een overval

Casus

Harold (27) is verkoopmedewerker in een kledingwinkel. Hij is aan het werk achter de kassa en helpt een klant met afrekenen. Op dat moment komt er een man met gezichtsbedekkende kleding de winkel binnen.

Bedreigd met een keukenmes De man loopt op Harold af, pakt hem vast en zet een keukenmes op zijn keel. De klant blijft verschrikt staan en doet niets. De man dwingt Harold om de kassalade te openen. Hij pakt het geld uit de kassa en vertrekt uit de winkel. Harold doet aangifte van de overval bij de politie.

'Het mes op mijn keel maakte me doodsbang. Het heeft me alleen maar nachtmerries bezorgd'

Onze beslissing Harold krijgt een tegemoetkoming van € 2.500 (letselcategorie 2).

Onze onderbouwing Dankzij de aangifte bij de politie én camerabeelden vinden we het misdrijf aannemelijk. Harold heeft geen lichamelijk letsel opgelopen. Wel kreeg hij psychische klachten, zoals angsten en nachtmerries. Hij heeft geen behandeling gezocht voor deze klachten. Toch vooronderstellen we in deze casus ernstig letsel. Harold werd immers rechtstreeks bedreigd met een mes. Volgens onze letsellijst past daar een uitkering uit letselcategorie 2 bij – ook wanneer we het daadwerkelijke letsel niet kunnen vaststellen.

Waarom wordt bedreiging met een wapen gezien als ernstig letsel? Harold werd rechtstreeks bedreigd met een wapen. Dat is vaak een traumatische ervaring. Bij een rechtstreekse bedreiging met een mes of vuurwapen vooronderstellen wij ernstig letsel. Bij overvallen waarbij daders niet dreigen met een wapen, maar met een ander voorwerp of met woorden, kunnen we geen ernstig letsel vooronderstellen. We gebruiken dan medische informatie om het letsel als gevolg van de bedreiging te beoordelen.

Hoewel de casus fictief is, zijn de situaties zo veel mogelijk gebaseerd op de realiteit.

Erkenning geeft kracht. Samen betrokken.